Een Lied van
Geluk
- Een moderne Gîtâ -
Geschreven
door Godbijeen
Vertaald door Basisgeluk
In dit boek wordt de overwinning van het
woord gepresenteerd als de essentie van het klassieke lied van God over
de wetenschap van de yoga: de Bhagavad Gîtâ. In deze moderne
versie van dit klassieke meesterwerk werd de kennis van het vinden van
bevrijding in het zelf filognosie genoemd, de liefde voor de gnosis, de
liefde om op de hoogte te zijn van en verbonden te zijn in het weten
der zelfverwerkelijking. Ondanks de moderne aanpassing is het een
vertaling getrouw de oorspronkelijke tekst en strekking. De Indiase
namen werden omgezet naar westerse equivalenten en de plaats van
handeling van het slagveld werd overgezet naar de moderne van een
politieke campagne. Zo ontstond een tekst toegankelijk voor elk modern
mens op zoek naar spirituele verbondenheid en een overwinning op het
cynisme.
Als appendix bij dit boek is door de vertaler, ter complementering van
de kennis van de yoga, een toegankelijke vertaling van de Yoga-sûtra's
van Patañjali ontwikkeld.
De naam Godbijeen staat voor Krishna
Dvaipâyana Vyâsadeva die ook wel Bâdarâyana
wordt genoemd. Hij was de zoon van de wijze Parâs'ara en
Satyavatî, en een halfbroer van Vicitravîrya en grootvader
Bhîshma in de Kurudyanstie, de laaste grote dynastie van de oude
vedische periode die zo'n 5000 jaar geleden ten val kwam. Hij is de
auteur van het grootste epische dichtwerk ter wereld de
Mahâbhârata waar de Gîtâ een onderdeel van
vormt, verzamelde de verhalen van de oude vedische cultuur, de z.g.
Purâna's en schreef de Brahma-sûtra. Hij geldt als de
belangrijkste schrijver van de klassieken van India.
Basisgeluk
is de filognostische naam voor Anand Aadhar Prabhu, een klinisch psycholoog in 1954 geboren
als René P.B.A. Meijer. Na zich te hebben gewend tot de
yogafilosofie kreeg hij, nadat hij in 1984 voor zichzelf begon, in 1989
in India zijn naam. Hij studeerde bij verschillende geestelijk leraren
en vertaalde, in navolging van zijn voorganger in nederland Hendrik van
Teylingen (S'rî hayes'var das), sedertdien het belangrijkste
indiase verhalenboek, de Krishnabijbel, de Bhâgavata Purâna. Hij ontwikkelde
daarbij een uitleg die hij de filognosie noemt. de liefde voor de
kennis.
Zie ook de klassieke versie.
(Dezelfde als deze, maar dan met de Sanskriet namen en de
oorspronkelijke enscenering hersteld)